Aardappelen kweken, hoe doe je dat?

1. Kies een mooi plekje voor je aardappelen

Eerst en vooral is het belangrijk om een geschikte plek te zoeken om je aardappels te poten. Voordelig is dat plantaardappels kunnen groeien op verschillende grondsoorten. Echter is het aangeraden om een te natte grond te vermijden. Wil je een vroeg aardappelras poten? Dan verkiest deze doorgaans een zandachtige grond. Zijn je te poten aardappelen bewaaraardappelen? Dan verkiezen deze een zwaardere grond zoals bijvoorbeeld leem of klei. Daarnaast kies je best een plekje in de volle zon waar het bovendien voldoende waait.

2. Wanneer moet ik de aardappelen voorkiemen?

Als je vroeger wilt oogsten dan normaal, dan kan je de pootaardappelen voorkiemen, dit gebeurt meestal met de vroege rassen. Hoe kun je deze voorkiemen? Dat doe je door de aardappels 3 tot 4 weken voor het planten op een lichte plek met een temperatuur van ongeveer 9 tot 12 graden te leggen. Er vormen zich dan “ogen” op de aardappels en hier komen de scheuten uit. Als de scheuten 2 tot 3 cm groot zijn, dan kun je ze planten.

3. Hoe moet ik aardappelen planten?

Aardappels kan je het beste planten tussen april en mei. Dan zijn ze namelijk het meest geschikt om een langere periode te bewaren. Voor het planten zorg je er voor dat de grond goed los is en vervolgens poot je de aardappel 5 tot 10 cm diep. Tip: hoe lichter de grond, hoe dieper het gat moet. De plantafstand moet minimaal 30 cm in de rij en 60 cm tussen de rij zijn. Bovendien moet je de aardappelen een juiste hoeveelheid water geven Als je te weinig geeft, kunnen ze uitdrogen, maar geef je teveel water dan kunnen de aardappelen gaan rotten. De grond moet altijd vochtig blijven. Geef daarom de planten om de twee tot drie dagen water. Plant de aardappelen met de scheuten naar boven en verrijk de bodem met wat kalium, compost of mest.

4. Hoe moet ik de pootaardappelen aanaarden?

Als de planten ongeveer 30 cm hoog zijn (afhankelijk van het weer kan dit enkele weken duren), kan je ze gaan aanaarden. Dat betekent dat alle planten met aarde bedekt moeten worden, tot alleen de bovenste blaadjes nog zichtbaar zijn. De plant gaat dan meer knollen ontwikkelen, waardoor geniet van een grotere oogst!

5. Wanneer moet ik de aardappelen oogsten?

Afhankelijk van de planttijd kunnen de aardappelen ongeveer tussen september en oktober geoogst worden. In die periode zullen zich bloemen beginnen te ontwikkelen. Als deze zijn uitgebloeid en het loof begint te verdorren, zijn de aardappelen klaar om geoogst te worden. Zet een riek op de grond tegen de stengels en woel daar de plant mee omver. Zorg ervoor dat alle aardappelen geoogst worden, zodat de grond weer helemaal schoon is voor het volgende seizoen. Per plant haal je ongeveer 600 gram aan aardappels op.

6. Hoe moet ik de aardappelen bewaren?

Bewaar de oogst op een koele, droge, vorstvrije en donkere plek, bijvoorbeeld in een schuur of kelder. Bewaar de aardappelen in stapelbare kisten, zodat er voldoende lucht bij kan komen. Controleer regelmatig of de aardappelen nog goed zijn. Mocht de oogst in januari nog niet op zijn, wrijf dan regelmatig de nieuw ontstane spruiten er weer af.